Bakpoeder en baksoda zijn beide rijsmiddelen, maar ze werken op verschillende manieren en worden in verschillende situaties gebruikt. Bakpoeder is een mengsel van natriumbicarbonaat (ook wel baksoda genoemd) en een zuur, meestal in de vorm van een zuur zout. Het heeft alleen een vloeistof nodig om te activeren, wat betekent dat het begint te werken zodra je het met vochtige ingrediënten mixt. Daarom moet je beslag met bakpoeder snel in de oven om de luchtbelletjes, die tijdens het rijsproces zijn ontstaan, vast te houden.
Baksoda, daarentegen, is puur natriumbicarbonaat en heeft een zuur nodig om te activeren. Dit betekent dat het in recepten wordt gebruikt in combinatie met zure ingrediënten zoals karnemelk, yoghurt of citroensap. Het begint onmiddellijk met het rijsproces zodra het zuur en de baksoda elkaar ontmoeten. Baksoda is veel sterker dan bakpoeder, en daarom heb je er minder van nodig als je het in een recept gebruikt.