Gnocchi zelf maken is heel goed mogelijk en helemaal niet zo moeilijk als het misschien lijkt. Je start met het koken van aardappelen totdat ze gaar zijn. Eenmaal gekookt, pel je de aardappelen en prak je ze fijn tot een gladde massa. Belangrijk is om voor licht kruimige of bloemige aardappels te kiezen voor de beste textuur. Voeg aan de gepureerde aardappel wat fijn zeezout toe en meng dit goed. Vervolgens werk je er geleidelijk wat tarwemeel en een ei door, tot je een soepel deeg hebt dat niet te plakkerig is, maar nog wel zacht.
Rol het deeg uit tot lange 'slierten' op een bebloemd werkoppervlak, en snijd deze vervolgens in kleine stukjes van ongeveer 2 centimeter. Je kunt de gnocchi een ribbelig patroon geven door ze tegen een vork of gnocchiplankje te rollen, maar dit is niet strikt noodzakelijk.
Breng een grote pan met water en een snuf zout aan de kook, en kook de gnocchi in porties. Ze zijn klaar wanneer ze naar de oppervlakte drijven, wat meestal na enkele minuten het geval is. Schep ze uit het water met een schuimspaan en laat ze kort uitlekken.
Je kunt de gekookte gnocchi vervolgens nog even opbakken in wat boter of olijfolie voor een extra smaakdimensie, maar dit is optioneel. Serveer de gnocchi met je favoriete saus, zoals een eenvoudige tomatensaus, een romige pestosaus of gewoon met wat versgeraspte Parmezaanse kaas en zwarte peper.