Om rode kool te fermenteren, begin je met het fijnsnijden van de kool. Bestrooi de kool met zout, ongeveer 2% van het totale gewicht van de kool. Kneed de kool en zout samen tot de kool vocht begint los te laten. Plaats de kool stevig in een schone glazen pot, zorg ervoor dat de kool volledig onder het vrijgekomen vocht komt. Zet een klein gewicht op de kool om het ondergedompeld te houden. Dek de pot af met een schone doek en zet deze op kamertemperatuur weg, uit direct zonlicht. Laat de kool één tot drie weken fermenteren, afhankelijk van de gewenste smaak. Proef af en toe om te bepalen wanneer het klaar is. Zodra de smaak naar wens is, bewaar je de pot in de koelkast. De fermentatie stopt dan en de roodkool blijft enkele maanden goed.