Spaanse recepten

Duik in de kleurrijke en smaakvolle wereld van de Spaanse keuken, waar elk gerecht vertelt over oude tradities, regionale diversiteit en de rijke historie van Spanje. Van de wereldberoemde paella tot de verleidelijke tapas, ontdek hoe eenvoudige ingrediënten transformeren in culinaire meesterwerken. Laat je verleiden door de intense smaken, geurende kruiden en de warme gastvrijheid die elke Spaanse maaltijd te bieden heeft.

Patatas bravas
De Spaanse keuken staat bekend om zijn tapas, kleine hapjes die in bars geserveerd worden, bedoeld om de sociale interactie te stimuleren en een verscheidenheid aan smaken te proeven.

Veelgestelde vragen

In de Spaanse keuken vind je een verscheidenheid aan ingrediënten die typerend zijn voor de regio's en de rijke culinaire tradities. Olijfolie vormt de ruggengraat van veel gerechten, gebruikt voor bakken, braden en dressings. Knoflook en uien zijn vrijwel onmisbaar voor het opbouwen van smaken. Spaanse gerechten pronken vaak met chorizo, een pittige worst, en Serranoham, een drooggezouten ham, wat ze hun onderscheidende smaak geeft. Zeekraal, vooral geoogst in de kustgebieden, wordt gebruikt in salades en als bijgerecht. Manchego-kaas, afkomstig van de La Mancha-regio, is een populaire schapenkaas die rijkelijk wordt gebruikt. Spaanse gerechten bevatten vaak ook een variëteit aan peulvruchten, rijst - in het bijzonder voor paella - en een rijk scala aan zeevruchten aan de kust. Typische kruiden zoals saffraan en paprikapoeder voegen kleur en smaak toe, terwijl sherryazijn en Rioja-wijn gebruikt worden voor het marineren en bereiden van sauzen. Deze ingrediënten tesamen vormen de essentie van de Spaanse culinaire ervaring.
Om een authentieke Spaanse paella te maken begin je met het verhitten van olijfolie in een grote, platte paellapan. Voeg fijngesneden ui en knoflook toe en fruit deze tot ze glazig zijn. Voeg dan kippenpoten of dijen en konijnenstukken toe en bak ze tot ze goudbruin zijn. Daarna voeg je paprikapoeder, tomatenpuree en rijst toe en bak kort mee. Giet vervolgens hete kippenbouillon over het mengsel en voeg saffraan, zout en peper toe voor smaak. Verspreid de rijst en vlees gelijkmatig over de pan zonder het vanaf dit moment om te roeren. Voeg als de rijst half gaar is, groene bonen en artisjokharten toe. Tegen het einde van de kooktijd leg je garnalen en mosselen boven op de rijst. Laat het geheel zachtjes koken tot de rijst gaar is en de zeevruchten gekookt zijn. Laat de paella voor het serveren enkele minuten rusten, bedekt met een doek. Serveer met partjes citroen voor extra smaak.
Tapas en pinchos zijn beide kleine Spaanse gerechtjes die je in bars en restaurants over heel Spanje kunt vinden. Het belangrijkste verschil tussen de twee zit in de manier waarop ze geserveerd worden. Tapas zijn diverse kleine hapjes of gerechtjes die koud of warm kunnen zijn. Ze worden vaak op kleine bordjes geserveerd en zijn bedoeld om te delen. Je kunt ze bij een drankje krijgen of meerdere tapas bestellen om samen een hele maaltijd te vormen. Pinchos (soms geschreven als pintxos), daarentegen, zijn meestal hapjes die op een stukje brood worden geserveerd, vastgezet met een cocktailprikker. Pinchos zijn zeer populair in het Baskenland en Navarra. Het gebruik van het stokje of prikker is niet alleen praktisch om het brood en het beleg bij elkaar te houden, maar dient ook als middel om bij te houden hoeveel je hebt gegeten, aangezien de prikkers vaak aan het einde worden geteld als onderdeel van de betaling.
Een traditioneel Spaans ontbijt bestaat vaak uit lichte en eenvoudige gerechten. Een populaire keuze is pan con tomate, wat simpelweg brood met tomaat is, soms aangevuld met knoflook, olijfolie, en zout. Daarnaast zijn zoete deegwaren zoals churros met warme chocoladesaus ook een geliefde optie. Koffie en vers sinaasappelsap zijn gebruikelijke dranken om het ontbijt mee te completeren.
Om echte Spaanse churros te bereiden, begin je met het maken van een beslag. Je brengt 250 ml water aan de kook met een snufje zout en 50 gram ongezouten boter. Zodra het mengsel kookt, haal je de pan van het vuur en voeg je 150 gram bloem toe. Roer het geheel krachtig door totdat je een gladde massa hebt. Laat het beslag vervolgens een beetje afkoelen voordat je één voor één 2 eieren toevoegt, blijf goed roeren na elk ei om een glad beslag te krijgen.
 
 Je doet het beslag in een spuitzak met een stervormige spuitmond. Verhit een grote hoeveelheid plantaardige olie in een diepe pan of een friteuse tot ongeveer 180°C. Spuit vervolgens stroken van het beslag direct in de hete olie en bak ze goudbruin en knapperig, dit duurt ongeveer 2 à 3 minuten per kant. Zorg dat je de churros niet te lang bakt, ze moeten van binnen nog een beetje zacht zijn.
 
 Haal de churros uit de olie met een schuimspaan en laat ze uitlekken op keukenpapier. Bestrooi de hete churros met suiker, eventueel gemengd met een beetje kaneel voor extra smaak. Spaanse churros worden traditioneel geserveerd met een kopje dikke, warme chocolademelk om ze in te dopen.
Enkele beroemde Spaanse kazen zijn onder andere Manchego, die bekend staat om zijn rijke, intense smaak en afkomstig is uit La Mancha; Cabrales, een krachtige blauwe kaas uit Asturië; en Queso de Mahón, afkomstig van het eiland Menorca, bekend om zijn pittige en licht zoute smaak. Verder is er Tetilla, een kaas uit Galicië met een kenmerkende peervorm en zachte, romige textuur. Deze kazen vertegenwoordigen de diversiteit en rijke kaascultuur van Spanje.
Een traditionele Spaanse gazpacho serveer je goed gekoeld. Dit verfrissende soepje is het lekkerst als het enkele uren, of zelfs een nacht, in de koelkast heeft gestaan om op smaak te komen. Serveer de gazpacho in kleine kommetjes of glazen als voorgerecht of tussendoortje. Garneer met fijngesneden groenten zoals komkommer, paprika, en een beetje ui voor extra crunch. Een scheutje extra vierge olijfolie en een paar druppels sherryazijn geven de finishing touch net voor het opdienen. Voor een authentiekere ervaring kan er ook wat vers gehakte peterselie of koriander bovenop gestrooid worden.
De oorsprong van de Spaanse tortilla, ook wel bekend als tortilla Española of tortilla de patatas, gaat terug naar de vroege 19e eeuw in Spanje. Er zijn verschillende verhalen en legendes over hoe en waar het precies ontstaan is, maar het meest aangehaalde verhaal is dat van een bescheiden huisvrouw in Navarra die een eenvoudige, voedzame maaltijd bereidde voor de carlistische generaal Zumalacárregui tijdens de Eerste Carlistenoorlog. Het gerecht, gemaakt van goedkope en ruim voorhanden ingrediënten zoals eieren en aardappelen, viel zo in de smaak dat het al snel verspreidde over heel Spanje en een basisgerecht werd binnen de Spaanse keuken.
Voor het maken van een verfrissende Spaanse sangria begin je met het verzamelen van de volgende ingrediënten: een fles rode wijn (liefst Spaans), 100 ml cognac of brandewijn, 2 eetlepels suiker, 1 sinaasappel, 1 citroen, 1 appeltje, enkele schijfjes limoen, en ongeveer 500 ml bruisend water of frisdrank voor een zoetere variant. Snijd het fruit in stukjes of schijfjes. Doe de gesneden vruchten in een grote kan en voeg de suiker toe. Giet de rode wijn en de cognac over het fruit en roer alles goed door elkaar totdat de suiker volledig is opgelost. Dek de kan af en laat het ten minste 2 uur in de koelkast trekken, zodat de smaken goed kunnen mengen. Voeg vlak voor het serveren het bruisend water of de frisdrank toe voor een extra verfrissend effect. Serveer de sangria met wat ijsblokjes en geniet.
Een typisch Spaans siësta-eetpatroon bestaat uit meerdere maaltijden gedurende de dag die zijn aangepast aan de lokale gewoonte van de siësta, een rustperiode in de vroege middag. De dag begint met een licht ontbijt bestaande uit koffie en wat brood of gebakjes. Rond het middaguur volgt een kleine snack, vaak een stuk fruit of wat noten. De belangrijkste maaltijd van de dag, de lunch, wordt genuttigd tussen 14:00 en 16:00 uur en is uitgebreid, vaak met meerdere gangen. Na de lunch volgt de siësta, een rustperiode. Rond 17:00 of 18:00 uur is er tijd voor een lichte snack, vergelijkbaar met de ochtendsnack. Het avondeten wordt laat geserveerd, meestal niet voor 21:00 uur, en bestaat uit lichtere gerechten. Dit eetpatroon is nauw verbonden met de Spaanse cultuur en het warme klimaat, waarbij de siësta dient als een welkome pauze tijdens de heetste uren van de dag.