Om koekjes te krijgen met een krokant randje en een zachte binnenkant, is het belangrijk om een paar specifieke stappen te volgen. Begin met het gebruik van bruine suiker in plaats van witte suiker omdat dit zorgt voor meer vochtigheid binnenin door de melasse in de bruine suiker. Ook is het essentieel om de boter te smelten voordat je deze mixt met de suikers, wat zorgt voor een chewier textuur. Een andere tip is om niet te veel te mengen nadat de bloem is toegevoegd; dit voorkomt dat de koekjes te stevig worden. Gebruik daarnaast een ijslepel om de koekjesdeeg te portioneren, zodat ze allemaal dezelfde grootte hebben en gelijkmatig bakken. Ten slotte, bak de koekjes net lang genoeg tot de randjes goudbruin zijn maar het midden nog zacht is, en laat ze afkoelen op de bakplaat voor extra chewiness aan de binnenkant.